Hoewel wij in het historisch overzicht van de ontwikkeling van de casino's in Europa er al even op hebben gewezen dat Nederland thans eindelijk mee kan doen in dit Europees concert, menen wij toch dat in een werkje als dit een korte beschrijving van de geboorte van onze nieuwe Wet op de Kansspelen niet mag ontbreken. Laat ons beginnen met te constateren dat het toerisme in ons land eerst vrij laat op gang is gekomen, later dan in de meeste van de ons omringende landen. Dit mag geen wonder heten, in de eerste plaats natuurlijk wegens ons klima.at. In de tweede plaats zal ook de Pieter Stastokmentaliteit die zich in het begin van de vorige eeuw van ons volk meester had gemaakt, er niet vreemd aan zijn gewrest: terwijl in Engeland en Frankrijk het badplaatsleven zich reeds in de tweede helft van de achttiende eeuw begon te ontwikkelen (ondanks het toch ook daar niet altijd milde klimaat), was het zich ontkleed in zee begeven hier nog niet ingeburgerd. Brighton, Dieppe en Oostende waren reeds badplaatsen toen Jacob Pronk in 1819 zijn eerste schuchtere poging mocht ondernemen om met een "badhuisje" te Scheveningen van start te gaan. Ofschoon dit baanbrekende initiatief gevolgd werd door het stichten van het gemeentelijk badhuis, dat reeds aanzienlijk meer allure had (1826-1828), ontwikkelde zich het badleven niet op spectaculaire wijze.